De koopman van Venetië

2018 – DE KOOPMAN VAN VENETIË
De jonge edelman Bassanio leent via zijn vriend Antonio geld om indruk te kunnen maken op zijn droomvrouw Portia. Antonio's kapitaal staat uit op zee, dus leent Antonio het geld bij de joodse geldschieter Shylock. Shylock heeft echter nog wat te vereffenen met Antonio en neemt een bijzondere clausule in de overeenkomst op: als Antonio het geld niet tijdig terugbetaalt, heeft Shylock recht op een pond vlees uit het lichaam van Antonio.

Bassanio is niet de enige die belangstelling heeft voor Portia want ze is zeer mooi en rijk. Haar overleden vader heeft daarom drie kistjes gemaakt, van goud, zilver en lood. In één kistje zit haar portret en wie dat kistje kiest zal zijn dochter krijgen.

Door berichten dat zijn schepen zijn vergaan, kan Antonio het geld niet tijdig terugbetalen. Shylock wil echt een pond vlees uit het lichaam van Antonio snijden en wel rond zijn hart. Bassanio komt met geld van Portia om hem vrij te kopen. Hij biedt zelfs het dubbele maar volgens de overeenkomst hoeft Shylock dat in dit late stadium niet meer te aanvaarden. Het gerechtshof vindt Shylock wel erg meedogenloos maar is bang voor precedenten als het de in de overeenkomst vastgelegde rechten schendt. Portia verschijnt aan het hof, vermomd als mannelijk rechtsgeleerde, en stelt dat Shylock alleen recht heeft op vlees en niet op bloed, dus als er bloed vloeit komt hij in moeilijkheden. Hierop geeft Shylock zich gewonnen.

 
THE MERCHANT OF VENICE, Al Pacino as Shylock, 2004. ©Sony Pictures Classics/courtesy Everett Collection
In de tekst is Shylock een jood. Volgens sommigen heeft het stuk ook een antisemitische strekking maar dat wordt door anderen bestreden. Enerzijds wordt Shylock als een slecht mens geportretteerd, anderzijds wordt juist de antisemitische houding van de christenen in Venetië in die dagen aan de kaak gesteld. Is de gedwongen bekering van Shylock aan het einde een overwinning of juist een vernedering voor de christenen? Shakespeare exploiteert het beeld van de stereotiepe jood weliswaar voor een komisch effect maar Shylock is ongetwijfeld een complexere figuur dan de jood in Christopher Marlowe's The Jew of Malta. Shakespeare maakt hem iets menselijker door te tonen dat zijn haat het directe gevolg is van diens slechte behandeling door christenen. (Bron: Wikipedia) 

William Shakespeare werd geboren in 1564 in Stratford-upon-Avon en overleed er op 23 april 1616. Hij wordt gezien als de grootste schrijver die Engeland ooit heeft voortgebracht, niet alleen vanwege de kwaliteit van zijn werken maar ook vanwege zijn grote invloed op de Engelse taal waarin nog steeds honderden woorden, uitdrukkingen en citaten aan hem zijn toe te schrijven. Hij kan beschouwd worden als de eerste moderne toneelschrijver. Zijn toneeloeuvre bestaat uit 38 werken over tijdloze, universele thema's die tot op de dag van vandaag gebruikt worden voor theaterbewerkingen, opera's, musicals en films. Shakespeare schreef The Merchant of Venice waarschijnlijk in 1596 of 1597, na Romeo and Juliet en Richard III maar zeker nog voor zijn latere grote tragedies. Hij vond inspiratie voor het thema en de intriges in de in die tijd populaire Italiaanse verhalenbundels. Dat het verhaal zich afspeelt in Italië, in dit geval Venetië, is typisch voor de vroegere komedies van Shakespeare. Maar de personages van Portia, zijn eerste grote heldin, en van de onvergetelijke slechterik Shylock tillen dit stuk naar een hoger niveau.

Piet Arfeuille vertaalde en bewerkte de tekst. Hij is geboren op 25 augustus 1961 in Roeselare. Hij studeerde regentaat Nederlands aan de Normaalschool in Torhout en gaf enkele jaren les Nederlands aan het Klein Seminarie waar hij jong en oud verraste met een opvoering van het theaterstuk De Golf. Hij was gebeten door de theatermicrobe en studeerde aan de toneelacademie in Maastricht. Sindsdien is hij professioneel bezig met theater als schrijver, bewerker en regisseur in verschillende gezelschappen. Van Shakespeare vertaalde en bewerkte hij onder meer Romeo en Julia, De koopman van Venetië, De storm en Hamlet.

Jo Matthijs herbewerkte de tekst van Piet Arfeuille en voerde de regie. 

Jo stond als 10-jarige reeds op de planken. Zijn beide ouders waren lid van De Dijlezonen, de Leuvense Koninklijke Toneelvereniging waarvan Jo voorzitter is. Sinds 1964 acteert hij bijna jaarlijks, soms in meerdere producties van één seizoen.

Vanaf 2000 begon hij te regisseren en sindsdien heeft hij als regisseur een stevige reputatie opgebouwd waar afwerking, oog voor detail, perfect evenwicht tussen muziek, licht, kledij en decor voorop staan, in overeenstemming met de sfeer van het stuk.

Tegenover de acteurs is Jo een veeleisende maar tegelijk vriendelijke regisseur. Hij slaagt er steeds weer in om de juiste emoties in hen los te krijgen en tilt ze daardoor naar een hoger niveau. Het is hard werken maar elke acteur, die "met Jo gespeeld heeft", wil die ervaring maar al te graag herhalen. Dat is, naast het neerzetten van een geslaagde vertoning, toch zowat het mooiste compliment dat een regisseur kan krijgen.

Het gebeurt bijna nooit dat Jo bij een ander gezelschap dan zijn eigen Dijlezonen regisseert. We zijn heel blij dat hij eens met Toneelvrienden de Lo wilde werken. En het is een ambitieus project geworden: de allereerste keer dat wij een Shakespeare durven brengen en dan nog in een hedendaagse bewerking van de regisseur zelf!

Visie van Jo op het stuk

Wie met deze voorstelling verwacht een traditionele Shakespeare te zien, zal wellicht ontgoocheld zijn. Waaarvoor bij voorbaat mijn excuses. Wat u ziet is een bewerking en een serieuze reductie van de originele tekst. Alle nevenintriges zijn eruit weggelaten evenals veel lange, beschrijvende monologen. Niet dat die niet uiterst mooi zijn, maar we willen de essentie beklemtonen van het verhaal dat we willen vertellen.

Niettegenstaande deze herwerking verloochenen we Shakespeare echter niet, integendeel. Ik denk zelfs dat we hem heel getrouw zijn. Niet alleen door het behoud van enkele zeer rake, mooie en onovertroffen mono- en dialogen maar vooral in de geest, in het beklemtonen van het vernuft en de menselijkheid van Shakespeare.  Ogenschijnlijk surft hij op de heersende mores van de samenleving van zijn tijd maar hier en daar gooit hij een paar replieken tussen de tekst waarmee hij je van je sokken blaast, je confronteert met je kortzichtigheid en je verplicht je aannames te herzien. Kortom, hij verrast, hij zet je op het verkeerde been, hij noopt tot reflectie. En dat in schoonheid.

De koopman van Venetië is één van Shakespeares komedies. De komedie zit in de goed afloop (de geliefden vinden elkaar), in een paar scènes met nevenfiguren (sorry, die zal u moeten missen) en in het spotten en lachen met de Joden, wat in Shakespeares tijden erg bon ton was.

Elizabeth I van Engeland

Niet lang voor de première van De koopman was Rodrigo Lopez, de joodse lijfarts van koningin Elisabeth, publiek terechtgesteld na een veroordeling wegens hoogverraad, hem in de schoenen geschoven door de graaf van Essex, vooraanstaand raadsman van de koningin die schwung wou brengen in de op dat ogenblik wat tanende populariteit van de vorstin. Historici zijn het er over eens dat de arts wellicht onschuldig was. Zijn bekentenis legde hij af op de pijnbank. Dat alles heeft de massa er niet van weerhouden de wrede terechtstelling met veel jolijt en plezier bij te wonen.

Het is in die sfeer dat De koopman werd gecreëerd: een Jood beschimpen en laten afgaan was gegarandeerd lachen geblazen. En dan laat Shakespeare die Jood plots een betoog afsteken vol argumenten waar je niet omheen kunt: "Is een Jood geen mens?" Confronterend!

Een voorbeeld waarbij Shakespeare de aandachtige toeschouwer tot reflectie uitnodigt is wanneer Antonio aan Shylock vraagt zich als jood tot het christendom te bekeren: is dat puur sadisme of een edele poging hem van de hel te redden? Zo zitten er nog wel een paar uitspraken in het stuk, die de toenmalige Engelse toeschouwers even moeten doen slikken hebben en die ons nu kunnen verblijden door hun schoonheid en genialiteit en hun vermogen ons nog altijd een spiegel voor te houden.

Wil dit alles zeggen dat Shakespeare een pleidooi wilde houden voor meer menselijkheid? Dat weten we niet. Hij was tenslotte een beroepsdramaturg, geen moraalfilosoof. Hij wou succesvolle stukken schrijven waarmee hij zijn brood kon verdienen. Wat is dan makkelijker dan aan te bieden wat de massa vraagt? Dat doet hij dus, in schitterende verzen met daarin - en daar ligt een stuk van zijn genialiteit - een paar serieuze confrontaties.

Het is in die tegenstellingen dat deze voorstelling Shakespeare wil eren. We stoppen bewust wat tegenstrijdigheden in de veruiterlijking van het verhaal. Misschien merkt u de afwisseling van Shakespeares poëtische taal met hedendaagse straattaal of het gebruik van - al dan niet anachronistische - rekwisieten versus abstracties. Hopelijk vindt u dat leuk en brengt het u niet te veel in verwarring zodat u niet afgeleid wordt van het verhaal.

De koopman gaat over vlees - een stuk uit het lijf van Antonio - en over de beurs - een koopman en te verhandelen waren op schepen die verlies of winst brengen - en over blinde haat en een manifest gebrek aan empathie. En over wat al deze componenten met ons, mensen, aanrichten wanneer ze hardnekkig en zonder omzien worden nagestreefd. Dat kan niet anders dan leiden tot een hatelijke wereld waarin iedereen stijf staat van de stress en liefdeloos aan doodslag, epileptische en andere hartaanvallen ten onder gaat. En waar in de aanloop daar naartoe op een bepaald ogenblik een paar van de uitverkorenen toch een ogenschijnlijk uitzicht hebben op een gelukkig en zorgeloos verder leven. Dan toch een happy end? De koopman van Venetië is een sprookje!

Actrices en acteurs

Medewerkers

Data
2017-2018 was ons 59e speeljaar. De voorstellingen gingen door op
  • vrijdag 26 januari, 20u
  • zaterdag 27 januari, 20u
  • zondag 28 januari, 15u
  • vrijdag 2 februari, 20u
  • zaterdag 3 februari, 20u
Parochiezaal Bovenlo Heidebergstraat 268 3010 Kessel-Lo (Leuven)

Leuvense toneelprijzen

De jury van de Leuvense toneelprijzen woonde onze voorstelling bij en nomineerde Gert Bonkowski voor het Fiere Margrietjuweel, voor zijn vertolking van Shylock. Een overzicht van alle nominaties 2018:
Kleine Prinsprijs (beste jeugdproductie) Euripidesprijs (beste volwassenenproductie) Fiere Margrietjuweel (beste actrice/acteur)
Winnaar: Stekelbaars met "Frankenstein" Winnaar: Campus Toneel met "Boeren Sterven" Winnaar: Tine Wijnants, Dijlezonen
    Tine Wijnants "Scènes uit een huwelijk" (Koninklijke Toneelkring De Dijlezonen)
    Frank De Beule "Scènes uit een huwelijk" (Koninklijke Toneelkring De Dijlezonen)
Ridderverdriet (Kindertheater Stekelbaars) De Jossen (Koninklijke Toneelgroep De Reynaertghesellen) Laura Fontein "Boeren Sterven" (Campus Toneel)
De heksen (Jeugdtoneelgroep Dzippie) Boeren Sterven (Campus Toneel) Gert Bonkowski "De koopman van Venetië" (Toneelvrienden de Lo)
Frankenstein of het geheim van Smrtnwsk (Kindertheater Stekelbaars) Shake-die-spier (Toneel Heverlee) Fred Van Put "Siebentes Kapitel" (Willighe Vanckenis)
Voor het volledige verslag van de jury zoals voorgelezen op 16 juni 2018, klik HIER.